Tijdens de lessen van het vak Tactics en Tools moesten wij studenten korte presentaties houden over verschillende social media. Ieder tweetal mocht een onderwerp kiezen of kreeg er één toegewezen. De bedoeling was dat wij ons zouden inlezen, onderzoek doen, en vervolgens een korte presentatie aan de klas zouden geven. In deze post ga ik kort samenvatten wat er zoal verteld is en wat de verschillende social media precies inhouden.
– RSS-aggregators. (eenvoudige gelijktijdige publicatie). Voorbeelden hiervan zijn: nu.nl, marktplaats, weblogs. Het idee is dat de gebruiker telkens op de hoogte kan zijn van het laatste nieuws. Dit gebeurd door middel van RSS-feeds die te lezen zijn door RSS-lezers. Deze zijn er in veel verschillende soorten, betaald en niet betaald. In de meest gehanteerde webbrowsers zit vaak een ingebouwde RSS-lezer. Toch blijkt de populariteit van RSS in de praktijk tegen te vallen. Ik denk dat veel mensen niet precies weten wat het nou is en hoe het werkt, ondanks dat ze het bekende logo regelmatig tegenkomen.
– Wiki: Informatie delen met elkaar via een gezamenlijke database. Het grootste voorbeeld hiervan is Wikipedia, echter zijn er talloze andere voorbeelden. Het doel is om informatie en kennis te delen, wat op verschillende niveaus mogelijk is. Een typisch kenmerk van wiki zijn de hyperlinks. Een kanttekening hierbij is of het wel betrouwbaar is, daar iedereen de informatie kan bewerken. In de praktijk blijkt dit meestal wel het geval te zijn, Wikipedia kan dan ook gezien worden als een betrouwbare bron.
– Livecasting: Het live streamen van beelden of audio via het internet zonder het te downloaden. Voorbeelden hiervan zijn live televisie, live radio, webcams etc. Door de wijze waarop deze presentatie werd gegeven, werd het meteen duidelijk, ondanks dat ik al wist wat de term inhield. Persoonlijk maak ik nog niet veel gebruik van livecasting. Af en toe stream ik online een NBA-wedstrijd die wij op de Nederlandse televisie niet kunnen ontvangen. Wellicht dat ik hier in de toekomst meer gebruik van ga maken.
– Search engines: Het beste en meest voor de hand liggende voorbeeld is natuurlijk Google. Maar een search engine hoeft niet perse een webdienst te zijn waarmee met behulp van vrije trefwoorden teksten kunnen worden gezocht op het wereld wijde web. Een ander voorbeeld is de search engine van bijvoorbeeld een bibliotheek. Ik zelf maak dagelijks gebruik van search engines, echt ontzettend handig.
– Interpersonal communication: Letterlijk is dit de uitwisseling van informatie tussen twee of meerdere personen. Dit kan op verschillende manieren tot stand komen. Denk hierbij aan spreken, schrijven, maar ook non-verbaal. Er zijn vele online communicatiemiddelen die dit mogelijk maken. Veel gebruikte voorbeelden hiervan zijn: Whatsapp, facebook messenger en Skype. Ik maak van allen gebruik en vind vooral Skype ontzettend handig.
Marc Jansen 